Genderneutraal schrijven, hoe doe je dat?

Genderneutraal schrijven, hoe doe je dat?

Door Eric Tiggeler

Contact opnemen

Genderneutraal taalgebruik: je hebt er vast al over gehoord. Waarom hebben we het over genderneutraal schrijven en waar moet je dan eigenlijk rekening mee houden? In deze blog vind je vijf tips voor genderneutraal schrijven.

 

In veel teksten lijkt het of de wereld om mannen draait: schrijvers kiezen voor hij/hem/zijn en andere woorden die alleen naar mannen lijken te verwijzen. Waarom gebruiken we eigenlijk nog de titel ‘raadsheer’ terwijl het niet alleen mannen zijn die deze titel dragen? Hier is de vraag: hoe voorkom je zo’n eenzijdig perspectief? Hieronder vind je zes tips.

Tip 1: spreek de lezer aan

Een mogelijkheid is de derde persoon te vermijden. Gebruik niet hij, zij of de bewoner, maar spreek de lezers direct aan met u of je.

  • We verwachten van elke bewoner dat hij het vuilnis netjes wegzet.
  • We verwachten van dat u uw eigen vuilnis netjes wegzet.

Of gebruik een gebiedende wijs:

  • De kandidaat moet zich voor 1 juni inschrijven en kan zijn inschrijving tot 10 juni nog intrekken.
  • Je moet je voor 1 juni inschrijven. Je kunt je inschrijving tot 10 juni intrekken.

De schrijfwijze zij/hij leest door de schuine streep minder prettig; ook zij of hij is een beetje omslachtig. Wissel deze formuleringen dus af met andere.

Tip 2: gebruik het meervoud

De tweede tip om verwijzing naar een hij of zij te vermijden: zet de zin in het meervoud. Bijvoorbeeld:

  • Als de huurder de woning niet schoon achterlaat, betaalt hij schoonmaakkosten.
  • Als huurders de woning niet schoon achterlaten, betalen ze schoonmaakkosten.

Tip 3: gebruik de eigennaam

Gebruik de eigennaam van een persoon in plaats van zijn of haar. Dat lijkt misschien nog een beetje onwennig, maar grammaticaal is het mogelijk. Dus:

  • Ik heb hem/haar/die bloemen gegeven.
  • Ik heb Charlie bloemen gegeven.

Deze verwijstip kun je natuurlijk alleen gebruiken als je de naam van de persoon weet. Tip: vraag waar mogelijk naar de voorkeuren van de persoon zelf. Dan weet je direct hoe je naar die persoon kunt verwijzen.

 

Tip 4: laat het bezittelijk voornaamwoord achterwege

In sommige zinnen kun je ook het bezittelijk voornaamwoord achterwege laten. Gebruik niet zijn, haar of diens, maar vervang het bezittelijk voornaamwoord door een lidwoord. Bijvoorbeeld:

  • De directeur moet zijn/haar/diens werknemers de kans geven om zich te ontwikkelen.
  • De directeur moet de werknemers de kans geven om zich te ontwikkelen.

Je kunt hier zelfs ook kiezen voor een vorm zonder lidwoord:

  • De directeur moet zijn werknemers de kans geven om zich te ontwikkelen.
  • De directeur moet werknemers de kans geven om zich te ontwikkelen.

Tip 5: gebruik een algemene term

Vermijd woorden die specifiek naar één gender verwijzen, zoals echtgenootechtgenotedamesheren. Een voorbeeld zie je bij NS, dat mensen aanspreekt met ‘Beste reizigers’ in plaats van met ‘Dames en heren’. Zo zorg je ervoor dat je ook mensen aanspreekt die zichzelf niet in de tweedeling ‘man of vrouw’ herkennen.

In veel gevallen kun je een woord gebruiken dat voor iedereen geschikt is:

  • uw echtgenoot/echtgenote > uw partner
  • Beste dames en heren, > Beste mensen, Beste bewoners,

Ook bij beroepen kun je soms een algemene, neutrale vorm gebruiken:

  • verpleger, verpleegster > verpleegkundige
  • leraar, lerares > leerkracht
  • Caissière > kassamedewerker

Is er geen genderneutraal alternatief? Gebruik dan de mannelijke vorm als algemene vorm: ministerhoogleraarpromovendusdirecteurbewoner. Gebruik je zo’n woord vaak in je tekst? Dan kun je vooraf een opmerking opnemen dat je het genderneutraal bedoelt.

Tip 6: zo verwijs je naar non-binaire mensen

Met de tips hierboven laat je in het midden of het gaat over een vrouw, man of om iemand die zich niet als man of vrouw identificeert. Maar bij sommige verwijswoorden loop je dan aan tegen een beperking: bepaalde verwijswoorden zitten diepgeworteld in de Nederlandse taal en grammatica. Ze zijn niet genderneutraal: de oorspronkelijke regels zijn dat je naar mannen verwijst met hij/zij en naar vrouwen met zij/haar. Om te verwijzen zodat iedereen zich aangesproken voelt, kun je beter die/diens gebruiken dan de standaardvormen hij/zijn of zij/haar.

  • Noa heeft gisteren diens diploma gehaald.
  • Ik sprak Charlie gisteren. Die blijkt net verhuisd naar een nieuwe woning.

Genderneutraal schrijven gaat verder

De zes tips hierboven helpen je om op een bewuste en neutrale manier naar personen te verwijzen. Dat is belangrijk, maar het is natuurlijk geen instant recept voor een genderbewuste en inclusieve tekst, waardoor iedereen zich aangesproken kan voelen.

Let er daarom ook op dat je formuleringen vermijdt die stereotiepe beelden bevestigen van mannen, vrouwen, non-binaire personen en hun rol in de samenleving: bijvoorbeeld het beeld dat bepaalde verantwoordelijke beroepen en ‘stoere’ eigenschappen aan mannen voorbehouden lijken. Gebruik taal waarin niet één gender of sekse dominant is of de norm lijkt. Hoe je dat aanpakt, is niet in een paar regels te vangen. Maar als je alert bent op het klassieke ‘genderbevestigende’ patroon, zijn er genoeg manieren om dat te doorbreken.

Genderneutrale en inclusieve teksten

Wil je je genderneutrale teksten laten redigeren? Neem vrijblijvend contact met ons op en profiteer van de kritische blik van onze redacteurs.

Auteur: Eric Tiggeler

Maakt schrijftrainingen, redigeert teksten, schrijft taalboeken en -blogs. Wordt taalgoeroe genoemd, maar leert gelukkig nog elke dag iets nieuws.

Meer over Eric
337