8 schrijftips voor een levendige schrijfstijl

Schrijf teksten die blijven hangen: 8 schrijftips voor een levendige stijl 

Je wilt dat je lezer blijft hangen. Dat die verder leest en je boodschap onthoudt. Maar hoe voorkom je dat je tekst saai of afstandelijk wordt? Hoe zorg je dat jouw verhaal beeldend, helder, concreet is, en de lezer boeit? Met deze 7 tips til je je tekst direct naar een hoger niveau. 

1. Spreek je lezer rechtstreeks aan 

Maak contact met de lezer: "In deze aflevering wordt besproken hoe...", maar kies voor een directe aanpak: "In deze uitzending zie je..." of "Je hoort hoe..." Daarmee trek je je lezer meteen het verhaal in. 

2. Vermijd onnodig passieve zinnen 

Passieve zinnen maken je tekst wollig en vaag, en maak ze actief. Verander "De burgemeester was hier niet door zijn ambtenaren van op de hoogte gebracht." naar "Zijn ambtenaren hadden hem hier niet van op de hoogte gebracht." Dit leest niet alleen prettiger, het is ook duidelijker wie wat doet. En dat maakt je tekst krachtiger. 

3. Gebruik tussenkopjes die nieuwsgierig maken 

Tussenkopjes zijn meer dan hoofdstuktitels: ze geven structuur én prikkelen de lezer. Vermijd vlakke kopjes als Nieuwe voorstelling van Theatergroep X. Kies liever iets dat tot de verbeelding spreekt, zoals: Theatervoorstelling confronteert je met je grootste angsten. Ook maken tussenkopjes de tekst scanbaar: perfect voor de online lezer. 

4. Wees concreet, spreek tot de verbeelding 

Algemene omschrijvingen blijven niet hangen. In plaats van: "De spreker zegt iets dat indruk maakt," maar laat je lezer het zelf meemaken: "Bij haar laatste zin springt er iemand op en roept: ‘Dat ga ik morgen meteen proberen!’ – waarna de zaal in applaus losbarst."  Zulke beelden beklijven. Neem de lezer mee in het moment.

 5. Varieer in zinslengte 

Wissel korte en langere zinnen af. Anders wordt de tekst eentonig en saai. Tip: gebruik eens een dubbele punt als je uitleg of argumenten geeft

6. Varieer met verwijswoorden 

Een tekst wordt snel repetitief als je steeds dezelfde woorden blijft herhalen. Gelukkig zijn er kleine taalhulpen die je tekst soepeler maken. Woordjes als "dit", "deze", "dat" en "die" helpen je variëren. Let wel op dat altijd duidelijk is waarnaar je verwijst. 

7. Schrijf voor je lezer, niet voor jezelf 

Denk steeds: wat weet mijn lezer al? Wat wil hij of zij vooral weten? Welke informatie is echt relevant? Schrijven is keuzes maken – en dat lukt beter als je je inleeft in je publiek.  

8. Vermijd clichés, en gebruik voorbeelden 

Vermijd algemeenheden als: "Dit programma weet de kijker te boeien." Laat liever zien hoe: “Binnen enkele minuten zit de kijker midden in het verhaal.” 

Bekijk deze pagina voor meer informatie, of neem contact met ons op via trainingen@taalcentrum-vu.nl