Zoals de doorgewinterde Donald Duckfan (en wie is dat niet?) verwacht, staat de scheurkalender bomvol gezellige stripjes en rubrieken als Plezier met je huisdier. Maar af en toe verliest de tekstschrijver uit het oog wat zijn doelgroep aankan. Op de ene pagina de luchtige avonturen van Mickey en Pluto, op de achterkant een loodzwaar onderwerp in loodzware taal: de bom met haast onvoorstelbare vernietigingskracht.
Spaghettizinnen
Misschien kunnen we dan maar beter doorbladeren naar het volgende weetje: over ijsbergen.
- Toen het ‘onzinkbare’ schip Titanic tegen een ijsberg liep en zonk, wist de hele wereld voor eens en voor altijd dat ijsbergen net zo gevaarlijk voor schepen zijn als zeelui altijd verkondigden.
Alweer zware kost, en niet alleen wat onderwerp betreft: meer dan dertig woorden lang, bijzin + hoofdzin + bijzin + bijzin. Om te bedenken hoe onwaarschijnlijk ingewikkeld zo'n zin is binnen de context van de Donald Duckkalender, moet je hem in gedachten maar eens in een tekstballon proberen te passen. Natuurlijk, een gevorderde en vastberaden lezer slaat zich er vast wel doorheen, maar dit zijn nu precies de spaghettizinnen die elke beginnende tekstschrijver direct afleert op de basiscursus leesbaarheid.
Ok
Verder dan naar het hoogtepunt van de kalender, dat zich afspeelt op de maan. Blader maar mee:
- En als je weet dat de maan zo’n 3.766.284 kilometer van ons verwijderd is en dat het heel wat moeite kost om er een bemande raket te laten landen, kun je wel nagaan dat het nog even zal duren voor wij ook andere planeten kunnen bewandelen.
Deze zin (met 3 kunstig ingevlochten bijzinnen) telt zelfs bijna vijftig (!) woorden. Onze tienjarige proeflezeres struikelde in dit fragment viermaal, eindigde met een zucht en gaf tot slot een bondig commentaar: ‘Ok.' Oké, uitgesproken als ok. Dat is een modern tweeletterwoord voor: doe je best, mij een biet, zal wel, ik ben al afgehaakt.
Galmende woorden
Voor een weekblad dat altijd zo perfect de toon van de doelgroep weet te vinden, zijn deze tekstjes een raar product. Die doelgroep communiceert in ok, LOL, OMG – dus hoe kan het dat deze tekstschrijver ze trakteert op de galmende woorden en ronkende volzinnen die je doen denken aan stoffige studieboeken? Je zou bijna vermoeden dat de redactie wat tekstjes uit de kalender van 1964 heeft hergebruikt. Dat is natuurlijk niet zo, al geeft 13 november 2014 een veelzeggende aanwijzing:
- In Nederland is de kans heel klein dat je de grond onder je voeten voelt trillen, maar er zijn landen waar een aardbeving dagelijks voorkomt.
Hier bevestigt de inhoud de indruk die het taalgebruik al wekte: de kalender van 2014 loopt minstens een paar decennia achter.